Oprichtings- en emissiekosten (OEK)

Waarom wordt de schuld van NBZ inzake de oprichtings- en emissiekosten omgezet in aandelen?

De oprichtings- en emissiekosten (OEK) achtervolgen NBZ vanaf haar prille begin. Het zijn de kosten die oprichter en initiator van het fonds, Diederik Tjeenk Willink, heeft voorgeschoten om het fonds op te richten en de doorlopende emissie in de jaren 2006 tot heden te betalen. Deze voorwaardelijke  schuld zou worden afgelost uit de jaarlijks behaalde winst boven de 7%. Inmiddels, ruim zeven jaar later is een gedeelte van die schuld er nog steeds. Wil je nieuwe aandeelhouders aan je binden dan moeten dergelijke oude afspraken niet meer bestaan. Nieuwe aandeelhouders willen beschikken over het volledige resultaat en niet over een afgeroomde winst waarbij alles boven de 7% naar de beheerder gaat ter aflossing van een oude schuld.

 

Is dit gebruikelijke constructie? Een schuld omzetten in aandelen?

Een dergelijke constructie is niet nieuw en komt vaker voor. Belangrijk hierbij is dat beide partijen constructief willen meewerken. Dit is hier zeer zeker gebeurd.

 

Als de samenwerking met Annexum eind dit jaar klapt, wat gebeurt dan met de OEK-vordering en de aandelen van de beheerder?

De OEK-schuld is verdwenen direct nà de claimemissie zodra deze schuld werd omgezet in aandelen. Mocht de samenwerking met Annexum eind dit jaar toch niet doorgaan en NBZ in liquidatie gaat dan moet de beheerder het verkregen aandelenpakket teruggeven aan NBZ.

 

In geval de samenwerking met Annexum alsnog niet doorgaat is de beheerder alles kwijt. Waarom?

Die OEK-schuld is een voorwaardelijk schuld. Alleen als er winst wordt gemaakt (voorwaarde) wordt op de schuld afgelost. Getracht is nu na de omwisseling in aandelen eenzelfde situatie te creëren, zodat de beheerder in geval van liquidatie niets ontvangt. Aandeelhouders en participanten ontvangen altijd nog iets. Nadat alles is verkocht en de rekeningen zijn betaald, is het restant voor de aandeelhouders. 

Wat nu als de samenwerking met Annexum alsnog wordt afgeblazen en NBZ in liquidatie gaat? Die OEK-schuld is inmiddels verdwenen. De beheerder heeft nu aandelen. Deelt hij dan wel mee in het restant wat wordt verdeeld onder de aandeelhouders? Dat zou wel zeer oneerlijk zijn. Zonder de overeenkomst met Annexum zou hij immers niets hebben ontvangen. Vandaar dat de beheerder het verkregen aandelenpakket in dat geval moet teruggeven aan NBZ. En vandaar de strikte afspraken over wat de beheerder wel en niet met dit aandelenpakket mag doen tussen nu en 2014 (zie hierna).

 

Hoe groot is de OEK-schuld.

Het  uiteindelijke restant  OEK-schuld bedraagt € 1.172.523 miljoen. Hierop heeft de beheerder een korting gegeven van 5% (€ 58.626), waardoor een schuld resteert van € 1.113.897.

 

Hoeveel aandelen krijgt de beheerder?

Afhankelijk van de dan geldende koers van het aandeel, welke nu op € 13,92 wordt geschat, ontvangt de beheerder zo'n 80.021 aandelen (1.113.897/13,92).

 

Hoeveel verwatert mijn aandelenbezit door deze omzetting?

Door deze omzetting verwatert uw bezit (maar ook deze nieuwe aandelen voor de beheerder) met 17%.

 

Wat zijn die strikte afspraken met de beheerder over zijn verkregen aandelenpakket?

• Hij mag de verkregen aandelen de komende drie jaar niet op de beurs verkopen (lock-up). Wel zullen deze aandelen worden herplaatst bij nieuwe emissies, indien dit het ophalen van nieuw geld niet onredelijk in de wielen rijdt.

• De beheerder moet tot 2024 zijn aandelen NBZ teruggeven aan NBZ als het fonds onverhoopt niet succesvol is in het ophalen van nieuw kapitaal. 'Succesvol' definiëren beide partijen met 'het ophalen van usd 4 miljoen'. Indien dit bedrag wordt opgehaald in de periode tot 2024 dan hoeft de beheerder zijn aandelen niet meer terug te geven. Wordt er minder opgehaald dan moet naar rato worden ingeleverd.

 

« Ga terug

Disclaimer

Aan de inhoud van bovenstaande antwoorden kunnen geen rechten worden ontleend. Ze zijn bedoeld als een nadere uitleg van de op handen zijnde samenwerking tussen NBZ en Annexum. Mocht er een tegenstrijdigheid zijn met het Supplement dat is uitgebracht op 21 februari 2014, dan geldt de tekst van het Supplement.